Getuigenissen en verhalen - Témoignages et récits

Nous vous relatons l'essentiel d'une courte mais passionnante conversation que nous avons eu le plaisir d'avoir avec Mme Suzanne Cassan épouse de Mr. Arthur Van Laer.

"Mijn echtgenoot kwam in contact met de UCO via een advertentie, en na een interview met mijnheer De Baets werd hij aanvaard om deel te nemen aan de opstart van Filtisaf als electricien.

We* namen afscheid van onze familie in juni 1947 en vertrokken met de boot Gouverneur Galopin *. We stopten in Tenerife en hadden er de gelegenheid om heel even aan toerisme te doen. Zo bezochten we onder andere een Maria-beeld gelegen op een bergtop en waren we heel verbaasd dat er nog heel wat inwoners in "grotten" woonden. We beschikten over een gezellige kajuit en konden niet klagen over de maaltijden. Ik herinner me nog de "doop" toen we de evenaar* passeerden, er werd een feestje opgezet en onze peuter Roland verkleedde zich als cowboy.

Na ongeveer drie weken bootreis kwamen we aan in Lobito en vanuit Benguela trokken we verder met de trein dwars door Angola en daarna door het zuiden van Kongo richting Albertstad. Ik herinner me  niet alleen de trein maar ook dat we een bootje gebruikten, misschien om een of andere rivier over te steken. Hoe dan ook, we kwamen aan in Albertstad waar de heer De Baets op ons wachtte.

Eerst logeerden we in het Palace Hotel* en na een tijdje in een huisje niet ver van het voetbalplein, meer naar het einde toe van de stad. Toen de eerste huizen gebouwd werden in Filtisaf verhuisden we, omstreeks 1948. Voordien moest mijn echtgenoot voor zijn werk* (de opbouw van de elektrische centrale) over de Lukuga*, eerst met een soort veerboot, getrokken langs beide kanten, en nadien over een houten brug. We hebben steeds in hetzelfde huis* gelogeerd, het eerste als men van de fabriek komend naar boven kwam in de residentiële wijk rechtover de waterzuivering. De inlanders kwamen ons groenten verkopen aan de deur en voor het overige gingen we gezamenlijk met een "busje" naar de stad om aankopen te doen. Ik kreeg heel wat heimwee de eerste maanden maar het ging wel over en we bleven er met grote voldoening tot in 1959."

"Le contact entre mon époux et l'UCO se fit par une annonce et après une interview avec Monsieur De Baets il  fut accepté pour participer à la mise en route de Filtisaf en tant qu'électricien.

 Nous* nous separâmes de notre famille en juin 1947 pour embarquer sur le Gouverneur Galopin*. Une brêve escale à Ténérife nous permit de nous adonner à quelques heures de tourisme poour visiter entre autres une magnifique statue de la Vierge Marie en haut d'une colline et de nous étonner que des habitants de l'endroit vivaient encore dans des "grottes".Nous disposions sur le navire d'une cabine assez confortable et étions franchement satisfaits des repas.  Je me souviens du "baptême"  organisé à l'occasion du franchissement de l'equateur* ainsi que les festivités qui l'accompagnaient  et au cours desquelles notre fils Roland s'était déguisé en cowboy.

 Après ce voyage nautique d'environ trois semaines nous arrivâmes à Lobito et poursuivâmes notre périple africain cette fois-ci en train à travers l'Angola et le sud du Congo direction Albertville. Je me rapppelle que nous n'avons pas seulement utilisé le rail mais également un ferry-boat pour traverser je ne sais plus quel cours d'eau. Quoiqu'il en soit à notre arrivée à Albertville nous y fûmes accueilli par Mr. De Baets et notre premier logement se trouva être l'Hotel Palace* et ensuite quelques semaines après une petite maison non loin du terrain de football à la sortie de la ville. Mon époux devait à cette époque traverser quotidiennement la Lukuga* à l'aide d'un "ferry" encore appelé "bac" halé des deux côtés à partir des berges. Au courant de l'année 1948 lorsque les premières maisons* résidentielles furent construites nous y emmenageâmes dans l'une d'elles située tout au début de la première rue du quartier en face du bassin de décantation; nous y avons toujours vécu jusqu' à notre départ définitif en 1959. Les indigènes venient nous vendre leurs produits essentiellement des légumes  à la maison et pour la viande et autre alimentation nous prenions un moyen de locomotion que la société mettait à notre service pour nous rendre en ville. J'ai eu quelques moments de nostalgie les premiers mois mais cela passa et compte fait nous y avons été très heureux. "

Aldus Mevrouw Suzanne Cassan, echtgenote Arthur Van Laer, die we, alsook haar zoon Roland, hartelijk bedanken voor deze getuigenis.

Nous remercions chaleureusement Mme Suzanne Cassan épouse de Mr. Arthur Van Laer ainsi que leur fils Roland pour ce témoignage.