Getuigenissen en verhalen - Témoignages et récits

 

Laarne, 26/12/2007

Mijn verhaal over Congo
 

15 / 05 / 1948 , Hoera , vreugde alom , een nieuwe Filtisaffer is geboren.
 

Vader Albert en Moeder Gerarda zijn dolgelukkig met hun tweede spruit, want Yvonne was in ’47 meegekomen uit België. Hoe die reis is verlopen? Ik zal Yvonne  eens vragen om haar bevindingen eens neer te pennen.

Mijn oudste herinnering gaat terug naar toen ik een jaar of vier was, we woonden toen naast de familie Lippens en aan de andere kant iemand met een heel slechte auto (familie Van Geertrui ?). Bijna iedere dag werd de “baladeuze” bovengehaald en was die man aan zijn wagen aan het sleutelen, of was dat toch zijn hobby?

Aan vriendjes was geen gebrek, iedereen kwam met iedereen overeen, er werd al eens kattenkwaad uitgespookt, en ja ik was nooit ver uit de buurt. Toen we later verhuisden, kregen we als buren de families Schellekens, Collard, Vermeiren, Dapsens, Van de Wiele, Depauw en Minnaert . Aan onze oprit stond een klein struikje, meer zeg ik daar niet over, maar sommige vrienden zullen zich die historie wel herinneren.

Ik herinner mij nog goed de trips naar de Lubui die we moesten doen om naar de mis te gaan. Dat was verplicht van de nonnetjes van Regina Paces, maar wat ze nooit geweten hebben is dat daar de eerste liefdeskoppeltjes zijn gemaakt. Aan de ouders wil ik wel kwijt dat er niets ernstig gebeurd is, handje in handje, meer wisten we nog niet of wel?  Komaan zeg in de jaren ’57-'58-'59 wat wist de jeugd? Van groenten daar wisten we alles van want we kwamen allemaal uit een verschillende soort.

Aan en in het zwembad, het voetbalterrein en het tennisveld is onze jeugd voorbij gevlogen. De Cercle was ook zo iets speciaals, daar mochten we naar de cinema. Mijn eerste film: La Reine Du Saba, prachtig. Al hebben we eerst het tweede deel gezien dan het eerste. De mensen die hem afspeelden hadden hem ook nog niet gezien, dus hun fout was het ook niet. Bedankt mensen voor die prachtige namiddagen. In de Cercle kwam ook Sinterklaas De Schutter. We kregen een geschenkje als we op zijn schoot gingen zitten voor een foto. Ik zag wit van schrik dat ik mij zou verspreken en dank U Emiel zou zeggen. Zwarte piet heb ik nooit gekend, maar ja er liepen zo veel zwarte pieten op Filtisaf.

Er waren ook de uitstapjes naar de stad Albertville. Jarenlang heb ik gedacht dat dit mijn vaders eigendom was. Later bleek van niet…

Het bijwonen van de voetbal- en tennistoernooien, de bezoeken aan de haven waar we mensen gingen uitwuiven, de CFL en de vlieghaven, de uitstapjes naar de Mohilas, de jachtverhalen van Staf Rijsselaere, Emiel de Schutter, Dimitri Denijs en andere stoere bonken,… er is nog zoveel te vertellen. Het Tanganyka meer, de Gele Lac met de krokodillen enz. enz…….Je kan wel blijven schrijven , het was zo mooi ,ik wil wel eens terug.

Ik ga hier afsluiten , maar niet zonder mijn ouders hierboven nogmaals te bedanken voor de prachtige jaren die ik samen met hen en met zo vele vrienden, eigenlijk één familie, heb gekregen.

           
            DANK VADER EN MOEDER      EN DANK IEDEREEN    AHSANTE SANA

 Firmin Pringels

Voor meer foto's, klik Album F. Pringels

 

 

Mr Firmin Pringels nous permet de traduire son texte. Voici:

 

Mon récit du Congo
 

15/05/1945, Hourra !, joie universelle, naissance d’un nouveau petit Filtisafien. Papa Albert et Maman Gerarda sont super heureux de leur seconde progéniture, Yvonne ayant accompagné ses parents en 1947 à partir de la Belgique. Comment s’est passé le voyage? Je lui demanderai de mettre un jour ses souvenirs par écrit.

Mon plus ancien souvenir c’est lorsque j’avais quatre ans: nous logions alors à côté de la famille Lippens et en face de chez nous habitait quelqu’un avec une voiture en mauvais état (Fam. Van Geertrui ??); pratiquement chaque jour l’homme sortait la "baladeuse" (lampe mobile d’éclairage ndlr) et bricolait à son vécule, où était-ce quand même son hobby?

Questions copains, pas en manque. Chacun s’entendait avec chacun, pour faire les quatre cent coups j’étais dans les environs. Lorsque plus tard nous avons déménagés nous eûmes comme voisins les familles Schellekens, Collard, Vermeiren, Dapsens, van de Wiele, Depauw et Minnaert. Près de de l’allée menant à notre maison il y avait un petit buisson, je n’en dis pas plus mais certains amis s’en souviendront de cette histoire.

Je me rappelle fort bien des trajets vers la Lubuye pour se rendre à l’office religieux. C’était imposé par les nonnettes de Regina Pacis. Mais ce qu’elles n’ont jamais su c’est qu’ainsi se sont formés les premiers "couples". Aux parents je peux confier que rien de sérieux ne s’est passé, c’était main dans la main, bien que… Dites moi, que connaissait la jeunesse dans les années ’57, ’58 ’59; des légumes nous en connaissions un bout, évidemment puisque nous provenions de différentes sortes…

Mais c’est surtout autour du bassin de natation, du terrain de foot et de tennis que se passa notre jeunesse!

Le Cercle c’était aussi un endroit magique, nousy allions au cinema. Mon premier film: la Reine de Saba, magnifique bien que nous ayons d’abord eu à voir la second partie puis la première; pas la faute au projectionniste, il n’avait pas vu le film auparavant. Merci à ces gens pour les merveilleuses après-midis. Au Cercle vint aussi Saint-Nicolas –De Schutter - ; nous recevions un petit cadeau lorsque nous allions poser sur ces genoux pour une photo; j’étais mort de peur de commettre un impair en disant Emiel. Le Père Fouettard, je ne sais pas qui c’était, il est vrai qu’il en courrait tellement à la Filtisaf…

Il y avait aussi beaucoup d’excursions en ville, des années durant j’ai cru que c’était la propriété de mon père. Plus tard il me sembla que non…

Assister aux tournois de foot et de tennis, les visites aun port où nous allions saluer les partants, la CFL et l’aéroport, les excursions aux Muhilas, les récits de chasse de Staf Rijsselaere, Emiel De Schutter, Dimitri Denijs et autres fiers à bras… Et il ya encore tellement à raconter: le lac Tanganijka; le Lac Jaune avec ses crocos etc, etc,.

On pourrait continuer à écrire, c’était tellement beau, j’aimerais y retourner.

Je termine non sans encore une fois remercier mes défunts parents pour les années magnifiques que j’y ai eues, ensemble avec eux et tous les amis, enfait une seule famille.

 

           MERCI PAPA ET MAMAN ET MERCI A TOUS AHSANTE SANA

Firmin Pringels

Voor meer foto's, klik Album F. Pringels